E-nummers worden vaak toegevoegd aan voedingsmiddelen, maar roepen bij veel mensen vragen op. Wat is een E-nummer precies? Zijn E-nummers gevaarlijk? En welke E-nummers worden als slecht of omstreden beschouwd? In deze tekst lees je wat E-nummers zijn, waar ze voor dienen, hoe je ze kunt herkennen in de E-nummerslijst en welke E-nummers mogelijk gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.
Wat is een E-nummer?
Een E-nummer is een code die aangeeft dat een bepaalde stof is goedgekeurd als additief in voedingsmiddelen binnen de Europese Unie. De “E” staat voor Europa en wordt gevolgd door een nummer dat verwijst naar een specifieke stof. Denk bijvoorbeeld aan kleurstoffen, conserveringsmiddelen, emulgatoren of zoetstoffen. E-nummers zijn bedoeld om producten langer houdbaar, mooier van kleur of beter van structuur te maken. Zonder deze toevoegingen zouden veel producten er anders uitzien, minder lang houdbaar zijn of sneller van smaak veranderen.
Wat staat er in de E-nummerslijst?
De officiële E-nummerslijst wordt bijgehouden door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). Alleen stoffen die als veilig zijn beoordeeld, krijgen een E-nummer. Ze zijn dus wettelijk toegestaan in voedingsmiddelen.
De lijst is onderverdeeld in categorieën:
E100 t/m E199: kleurstoffen
E200 t/m E299: conserveermiddelen
E300 t/m E399: antioxidanten en zuurteregelaars
E400 t/m E499: verdikkingsmiddelen, emulgatoren en stabilisatoren
E500 t/m E599: rijsmiddelen, antiklontermiddelen
E900 t/m E999: glansmiddelen, zoetstoffen en drijfgassen
Toch is er veel discussie over bepaalde E-nummers, vooral als het gaat om mogelijke bijwerkingen of effecten op lange termijn.
Zijn E-nummers gevaarlijk?
De vraag “zijn E-nummers gevaarlijk?” is niet eenvoudig met ja of nee te beantwoorden. In principe zijn alle E-nummers getest en veilig bevonden binnen de vastgestelde aanvaardbare dagelijkse inname (ADI). Toch kunnen sommige E-nummers bij gevoelige personen reacties oproepen, zoals hyperactiviteit bij kinderen of allergische reacties. Ook zijn er E-nummers waarvan het gebruik inmiddels is beperkt of verboden vanwege gezondheidsrisico’s.
Welke E-nummers zijn slecht of omstreden?
Sommige E-nummers hebben een slechte reputatie gekregen, vaak door negatieve media-aandacht of onderzoeken die wijzen op mogelijke bijwerkingen. Voorbeelden van omstreden of mogelijk schadelijke E-nummers zijn:
-
E102 (tartrazine): een gele kleurstof die in verband is gebracht met hyperactiviteit bij kinderen
-
E621 (mononatriumglutamaat): ook wel MSG of ve-tsin genoemd, staat bekend om het ‘Chinese restaurant syndroom’, hoewel wetenschappelijk bewijs beperkt is
-
E250 (natriumnitriet): wordt gebruikt in vleeswaren en kan bij hoge temperaturen schadelijke nitrosaminen vormen
-
E951 (aspartaam): een kunstmatige zoetstof die bij sommige mensen klachten geeft zoals hoofdpijn
Dit betekent niet dat deze stoffen voor iedereen schadelijk zijn, maar het kan verstandig zijn om het gebruik ervan te beperken, vooral bij jonge kinderen of mensen met overgevoeligheden.
Hoe herken je E-nummers in producten?
Op het etiket van een voedingsmiddel worden E-nummers vermeld als “E” met nummer (bijv. E330), of soms onder de volledige naam van de stof (bijv. citroenzuur). Door etiketten goed te lezen kun je zelf keuzes maken over wat je wel of niet wilt eten. Er zijn ook apps en websites waarop je de betekenis van E-nummers kunt opzoeken. Daarmee kun je snel controleren welke stoffen er in je product zitten en of ze als omstreden worden beschouwd.
E-nummers bewust gebruiken
E-nummers zijn niet per definitie slecht, maar wel iets om bewust mee om te gaan. Wie gevoeliger is voor bepaalde toevoegingen of zo natuurlijk mogelijk wil eten, kan overwegen producten te kiezen zonder kunstmatige kleurstoffen, conserveringsmiddelen of zoetstoffen. Door jezelf te informeren over de betekenis van E-nummers en de E-nummerslijst te gebruiken, maak je bewuste keuzes in je voeding.
